Stevin2022-11-29T09:00:53+01:00

Stevin gebied

De campus bestaat uit verschillende gebieden. Het gebied Stevin ligt tussen de Schoemakerstraat en het complex van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG). Kenmerkend voor Stevin is de verscheidenheid van functies, gebruikers en vastgoed.

Onderwijs en onderzoek gaan in het gebied hand in hand met bedrijven en wonen. De grote Stevinhallen zijn beeldbepalend. Een ervan, de Dreamhall, fungeert als werkplaats voor groepen studenten (dreamteams) die er de techniek van de toekomst ontwikkelen. Aan de noordzijde van het gebied ligt de in 2017 opgeleverde studentenhuisvesting Stieltjesweg.

Op de begane grond bevinden zich horeca en andere voorzieningen, zoals een supermarkt, een kapper en een boekhandel. In het midden van het gebied staat het onderwijsgebouw Echo. Deze is aangesloten op het gerenoveerde kantoorgebouw aan de Van Mourik Broekmanweg 6, waar sinds 2018 de afdelingen Wiskunde en Informatica van de faculteit EWI zijn gevestigd. Zuidwaarts, aan de Van der Burghweg 1, bevindt zich het in 2014 en 2015 gerenoveerde gebouw 26, waar onder andere de Bouwcampus en het Valorisation Centre kantoor houden. Aan de zuidzijde wordt het gebied begrensd door het parkeerterrein P-sports en de proeftuin voor innovaties The Green Village.

Visitekaartje

Het gebied is in de loop der tijd versteend en bood een grauwe aanblik. Door de aanwezige opslag- en parkeerruimten en de logistieke functies maakte gebied Stevin een gesloten en rommelige indruk. Dit is het eerste dat bezoekers van TU Delft zien wanneer zij vanaf de snelweg de campus benaderen. In de afgelopen jaren is er al gesloopt, gerenoveerd en nieuw gebouwd. De ingezette ontwikkeling werd in de  voortgezet en het gebied is heringericht.

Levendig en open

De ambitie is om hier een levendig gebied te maken waar de primaire functies van de campus – onderzoek, onderwijs, wonen en valorisatie – met elkaar zijn verweven. Door de openbare ruimte anders in te richten en door gebouwen aan verschillende kanten toegankelijk te maken, werden de diverse activiteiten beter zichtbaar voor gebruikers én passanten. Een groenere buitenruimte is aantrekkelijk en nodigt uit tot ontmoeten en ontspannen. Een open en overzichtelijke omgeving komt ook de veiligheid ten goede.

Minder grijs, meer groen

Steen maakte plaats voor grasvlaktes en extra bomen. Waar mogelijk werden aan- en afvoerwegen vergroend (met grasvoegen tussen de verharding). Ook zijn er wadi’s gekomen (buffer- en drainagevoorzieningen) of vijvers om tijdens zware regenbuien het water op een natuurlijke manier op te vangen, tijdelijk op te slaan en geleidelijk af te voeren. Zowel het Stevinplein als het Berlageplantsoen zijn plekken die uitnodigen tot buiten studeren, aan een onderzoek werken, of gewoon genieten van de zon.

Fieldlab

Hoe kan het gebied onderzoek en onderwijs ondersteunen? De TU Delft wil de campus waar mogelijk inrichten en inzetten als Fieldlab, waar innovaties kunnen worden getest. Samen met studenten, docenten en onderzoekers uit de omliggende faculteiten wordt daarom onderzocht hoe de buitenruimte kan worden benut. Zoals voor een praktijkopdracht over waterberging, landmetingen of bodemonderzoek.

Bereikbaar en toegankelijk

De parkeerplekken in het Stevingebied (circa 400) hebben plaats gemaakt voor het onderwijsgebouw Echo en de herinrichting van het hele gebied. Ter compensatie wordt eind 2019 bij P-sports, op loopafstand van Stevin, een meerlaags parkeergebouw neergezet. De parkeercapaciteit in het gebied blijft zo gelijk. Deze herverdeling hoort bij de omslag van kleine, versnipperde parkeerplaatsen op de campus naar grote, goed bereikbare parkeervoorzieningen aan de randen van de campus.

Materialen voor onderzoeken in de labs in de grote Stevinhallen worden soms met zwaar materieel aan- en afgevoerd. Belangrijke logistieke routes en verbindingswegen door het gebied blijven gehandhaafd, zodanig dat de veiligheid van gebruikers niet in het geding komt en er geen sprake is van verstoring van het onderwijs en onderzoek. Voor de vele fietsers en voetgangers zijn extra voorzieningen nodig, zoals fietsenstallingen, paden en routes.

Afstemming vereist

De ontwikkeling van Stevin heeft tot doel de bestaande en de nieuwe gebouwen, functies en gebruikers te verbinden en de verscheidene onderdelen tot een geheel te smeden. Het is daarmee een complexe herontwikkeling die een geïntegreerde aanpak heeft vereist. Verschillende aspecten zoals ruimtelijke ordening, mobiliteit en ontsluiting moesten worden afgestemd. Omdat het primaire proces (onderwijs en onderzoek) in het gebied moet doorgaan, was er regelmatig overleg tussen de gebiedsontwikkelaars en de vele gebruikers over de verschillende ingrepen en veranderingen.

Inrichting ondergronds

Als een gebied opnieuw wordt ingericht, is er gelegenheid én reden om kabels voor stroom en telecommunicatie, gas- en waterleidingen en riolering te verleggen, te vervangen of nieuw aan te leggen. Dit geldt ook voor de ontwikkeling van Stevin. Voor oude en nieuwe gebouwen en voorzieningen worden nieuwe aansluitingen op netwerken gemaakt. Deze zijn toekomstbestendig en flexibel: desgewenst kan in een later stadium het gebruik worden aangepast en kunnen nieuwe toepassingen worden toegevoegd.

Vragen over het ontwikkelgebied Stevin?

Neem contact op met de ontwikkelaar via Stevinarea-CRE@tudelft.nl

Wie was Stevin?

Simon Stevin (1548-1620), naar wie op de campus van TU Delft een weg, hallen en een deelgebied zijn vernoemd, kwam uit Brugge en was boekhouder. Simon Stevin heeft in zijn tijd grote betekenis gehad voor de Nederlanden. Hij ontdekte belangrijke wis- en natuurkundige principes en ontwikkelde het watermanagement. Zijn eerste successen behaalde Stevin in Delft. Hij was een veelzijdig denker en doener en publiceerde een aantal oorspronkelijke boeken over wis- en werktuigkunde, meetkunde, algebra, hydrodynamica en kosmografie. Ook koppelde hij zijn kennis en wetenschapsbeoefening aan dagelijkse toepassingen en maakte naam als bouwer van molens, havenwerken en vestingen. Een treffender naamgever van dit deel van de campus, waar de ontwikkeling en valorisatie van kennis samengaan, lijkt bijna niet mogelijk.