Offshore-bedrijf GBM Works, dat een revolutionaire methode heeft ontwikkeld voor een veel stillere en snellere installatie van windmolens op zee, heeft een subsidie van 1,8 miljoen euro gekregen van de RVO. Hierdoor kan een prototype worden gebouwd. Ook doet het bedrijf mee aan een groot offshore-innovatieproject, waarin verschillende innovatieve installatiemethodes in de praktijk worden getest.

Momenteel worden de palen van windturbines (zogeheten monopiles) de zeebodem in geheid, wat tot veel geluidsoverlast – en daarmee milieuschade – onder water leidt. Aannemers werken daarom veelal met geluiddempende maatregelen zoals ‘bubble schermen’, maar die zijn duur en kosten tijd.

Combinatie van waterjet en trillingen
GMB Works, een spin-off van de TU Delft, ontwikkelde een methode om windmolens vrijwel geluidloos te verankeren in de zeebodem. Met een waterjet wordt de grond aan de binnenkant van de buis vloeibaar gemaakt. In combinatie met het laten trillen van de paal wordt zo de weerstand weggenomen en zakt de monopile makkelijk de bodem in.

De nieuwe funderingsmethode is afgelopen herfst getest op de Maasvlakte en de resultaten zijn overtuigend. Behalve een significante reductie van de geluidsoverlast blijkt de gepatenteerde Jet-gun installatietechnologie twee keer dieper en vier keer sneller te werken. Ook het bijbehorende simulatiemodel is inmiddels gevalideerd. Het geeft een nauwkeurige voorspelling over de gewenste diepte, snelheid en bijbehorende machine-instellingen. Belangrijk, want op zee lopen de kosten snel op als zich onverwachte zaken voordoen.

Nieuwe technologie belangrijk voor halen klimaatdoelen
Oprichter en Director Ben Arntz: “De komende jaren worden veel windmolens op zee geplaatst om de klimaatdoelstellingen van de EU te halen. De aanleg heeft echter een enorme impact op het leven in zee. Met name het geluid onder water veroorzaakt veel hinder voor het milieu. Met onze technologie zorgen we ervoor dat niet alleen de milieuoverlast verdwijnt, het maakt de aanleg ook nog eens sneller en dus goedkoper.”

Dankzij de subsidie kan GBM Works hun stille en gepatenteerde installatiemethode technisch verder doorontwikkelen. Doel is een prototype dat in staat is om zowel harde klei- als zandgronden te penetreren.

Interesse offshore-bedrijven
De technologie van GBM Works heeft inmiddels de aandacht getrokken van Nederlandse bedrijven die actief zijn in de offshore windenergie. GROW, een onderzoeksprogramma in de offshore wind, gericht op het versnellen van innovaties, heeft de spin-off gevraagd om deel te nemen aan het SIMOX-project, waarin verschillende innovatieve installatie-methodes worden getest. De TU Delft is een van de kennispartners binnen GROW.

Lees hier meer: Towards a renewable offshore energy system